Mensen met astma bewegen wel voldoende, voor mensen met COPD blijkt dat lastiger. Zij zijn ruim drie keer zo vaak inactief als de Nederlandse bevolking, 16% beweegt nog geen half uur per week.
Astma is een chronische ontsteking van de luchtwegen, die veel voorkomt. In Nederland heeft ongeveer een half miljoen mensen astma. Kenmerkend voor astma zijn aanvallen van kortademigheid en acute benauwdheid. De aanvallen en perioden met klachten worden afgewisseld met klachtenvrije perioden. Chronisch obstructieve longziekte (COPD) is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Ongeveer 320.000 mensen in Nederland hebben COPD. De luchtwegen zijn vernauwd, wat de ademhaling bemoeilijkt. De vernauwing is grotendeels onomkeerbaar en leidt permanent tot kortademigheid, hoesten en overmatige slijmproductie. Verantwoord bewegen kan heilzaam zijn bij deze chronische ziekten. Met subsidie van het Astma Fonds onderzocht het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) het beweeggedrag van mensen met astma en COPD.
Gezond bewegen
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) stelt dat tenminste 5 dagen per week 30 minuten matig intensief bewegen – bijvoorbeeld stevig wandelen of fietsen – belangrijk is voor de gezondheid. Zeventig procent van de mensen met astma voldoet aan deze norm en slechts 4% is inactief, wat wil zeggen dat zij op geen enkele dag een halfuur bewegen. Zij wijken hiermee niet af van de Nederlandse bevolking. Bij mensen met COPD ligt dit anders. Van hen is 16% inactief. Gebrek aan energie vormt voor hen de belangrijkste belemmering om meer te bewegen. NIVEL-onderzoeker Monique Heijmans. “Juist binnen de groep inactieven is gezondheidswinst te halen omdat iedere vorm van bewegen – hoe beperkt ook – kan bijdragen aan een betere gezondheid.”
Advies op maat
Mensen met COPD die inactief zijn, zien het belang van bewegen wel degelijk in en willen ook meer bewegen – 44% heeft behoefte aan extra hulp of ondersteuning om meer te bewegen. Ze krijgen wel adviezen van zorgverleners, maar ze weten toch niet goed wat ze moeten doen. Heijmans: “Kennelijk bieden de adviezen te weinig handvatten. Het advies moet meer op maat. Als een advies meer is toegesneden op de wensen en behoeften van de individuele patiënt kan het wellicht wel tot een gedragsverandering leiden.”
Onderzoek
Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt van 405 mensen met astma en 345 mensen met COPD uit de ‘Monitor Zorg- en leefsituatie van mensen met astma en COPD’. Tevens is gebruikgemaakt van gegevens van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG) van het NIVEL.