“Laat voeding ons medicijn zijn en medicijn niet onze voeding!” zo sprak Hippocrates wijs, meer dan 2300 jaar geleden. Hij wordt gezien als de belangrijkste grondlegger van de Westerse geneeskunde. Hippocrates was waarschijnlijk de eerste, of een van de eersten in de westerse wereld, die lichamelijke symptomen diagnosticeerde en op basis van de uitkomst vaak leefstijl advies gaf. Daarmee zorgde hij ervoor dat godsdiensten en tovenarij minder macht hadden over de gezondheid van mensen, want voorheen werden ziekten vaak aan goden toegeschreven, dat iemand gestraft werd voor iets wat hij of zij waarschijnlijk fout had gedaan in de ogen van de goden.
De filosofie van Hippocrates was dat gezondheid afhing van de balans tussen lichaamssappen (humores). Onbalans van die sappen heeft ziekten tot gevolg. Hippocrates was ervan overtuigd dat onbalans van sappen niet alleen fysieke maar ook psychische ziekten kon veroorzaken. Om die lichaamssappen in balans te houden beschreef hij destijds al een goede hygiëne, frisse lucht, gezond eten en veel bewegen: ‘A walk is men’s best medicine’ was dan ook een van zijn lijfspreuken.
Zou Hippocrates zijn zin gekregen hebben, dan zouden ziekten nu dus waarschijnlijk primair behandeld worden met gepersonaliseerd voedings- en beweegadvies in combinatie met ademhalingsoefeningen. Het is anders gelopen in de afgelopen 2300 jaar. Voeding is niet alleen niet ons primaire gezondheidsmedicijn geworden, het blijkt ook de potentie te hebben om onze grootste vijand te zijn.
Interessant om te zien is dat er momenteel, anno 2020, steeds meer onderzoek wordt gedaan naar een gepersonaliseerd voedingsadvies, dat leefstijlgeneeskundeonderzoek door VWS gesubsidieerd wordt en dat vanaf 2019 de gecombineerde leefstijl interventie, waarin beweging, voeding en de begeleiding van gedragsverandering centraal staan, vanuit de basiszorgverzekering betaald wordt. Dit maakt duidelijk dat we ons bewust zijn van het feit dat de manier waarop we nu leven en geleerd hebben om te leven, ziekmakend is (uitzonderingen daargelaten natuurlijk) en dat het nodig is om de huidige kennis die we bezitten, wetenschappelijk onderbouwd moet worden om de zorgsector mee te krijgen, om de meest effectieve interventies in te kunnen zetten en om mensen te helpen, hun aangeleerde ziekmakend leefstijl om te bouwen, naar een leefstijl zoals Hippocrates die 2300 jaar geleden al adviseerde.
Tussen Hippocrates en nu is er blijkbaar ergens iets misgegaan in de gezondheidszorg. De eed van Hippocrates, waarmee artsen zich committeren om bepaalde regels na te leven, is wellicht iets te ver op de achtergrond geraakt. Een regel uit deze Hippocrates eed luidt: “Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hun een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen”. Die leefregel voorschrijven, daarmee wordt beslist niet bedoeld dat men medicatie voorgeschreven gaat krijgen. Nu zijn wij burgers natuurlijk heel blij met de medische zorg, anders zouden er miljoenen, misschien wel miljarden mensen eerder sterven en langer ziek zijn. Alleen zou e.e.a. wellicht gepaard kunnen gaan met ook die leefregel voorschrijven, waar Hippocrates het over heeft. Een ontwikkeling die ook anno 2020 veel aandacht krijgt binnen Positieve Gezondheid. De mens en zijn behoeften weer meer centraal zetten en daarbij ondersteunen om weer meer zelfregie te krijgen over de eigen gezondheid.
Het heeft even geduurd, maar het lijkt er serieus op dat er een kanteling op komst is. Een kanteling van ziektezorg naar gezondheidsbevordering. Maar ook een kanteling van bewustwording over leefstijl als medicijn, de eigen regie terugnemen over de gezondheid, voor zover dat mogelijk is. Een kanteling van symptoombestrijding naar een duurzame aanpak van gezondheid, ofwel, terug naar de leer van Hippocrates!