Het totaal aantal deelnemers aan de NASB Sportactiviteiten heeft met ruim 478.000 deelnemers bijna twee keer de doelstelling overtroffen. Ook zijn er bijna 65.000 mensen lid geworden van sportbonden of -verenigingen. Het structureel in beweging brengen van mensen die echt inactief zijn blijkt echter nog lastiger dan verwacht. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het sportstimuleringsproject Nationaal Actieplan Sport en Bewegen setting Sport.
NASB setting Sport
Om Nederland op grote schaal tot een actieve leefstijl te verleiden heeft de rijksoverheid in 2007 het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) in het leven geroepen. Eén van de kanalen om mensen te verleiden te gaan bewegen is via de sport. Met subsidie van het ministerie van VWS hebben tien sportbonden in de periode medio 2008 tot medio 2011 veertien laagdrempelige sportconcepten kunnen ontwikkelen en in de markt gezet om mensen te verleiden te gaan sporten. NOC*NSF heeft hierbij de sportbonden geadviseerd en ondersteund.
De resultaten
Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) heeft de sportconcepten van de deelnemende bonden geëvalueerd. In totaal zijn er 478.774 deelnemers aan de NASB Sportinterventies geregistreerd. Hiervan zijn 64.818 personen lid geworden van een sportvereniging of sportbond. Met name de sportactiviteiten waarbij deelnemers toewerken naar deelname aan een groot sportevenement lijken succesvol bij het in beweging krijgen en houden van mensen, zoals Start to Run van de Atletiekunie, Fiets-Fit van de Nederlandse Toer Fiets Unie en Via Vierdaagse van de KNBLO Wandelsportorganisatie Nederland. De veertien sportconcepten zijn op 1512 locaties en via 748 verenigingen aangeboden. Het gemiddelde cijfer voor de algemene waardering van de sportinterventies door de deelnemers varieert tussen 7,6 en 8,4. Met de beëindiging van het actieplan aan het einde van 2011 stopt ook de subsidie door het ministerie van VWS. Desondanks gaan van de veertien sportconcepten van sportbonden er tien door.
Het blijkt voor de deelnemende bonden nog moeilijk te zijn om juist inactieve mensen te bereiken en te verleiden om te gaan sporten. Er is meer nodig dan alleen het implementeren van generieke sportconcepten. Het is van belang om op lokaal niveau te kijken naar kansrijke doelgroepen die inactief zijn en samen te werken met organisaties als bijvoorbeeld gemeenten, buurthuizen, sportverenigingen en het bedrijfsleven. Daarmee kunnen sportactiviteiten worden ontwikkeld die perfect aansluiten bij de behoeften, wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden van de inactieven in hun eigen specifieke omgeving. In toekomstige sportstimuleringsprogramma’s, waaronder “Sport en bewegen in de buurt” komt de focus juist hierop te liggen.
Toelichtingen op de sportconcepten zijn te vinden via www.nocnsf.nl/inspiratiegroothandel.