Het is een ongemakkelijke waarheid: ondanks de overweldigende wetenschappelijke consensus over de voordelen van fysieke activiteit, blijven we als samenleving passief toekijken hoe ouderen steeds kwetsbaarder worden. Een reeks recente onderzoeken onderstreept niet alleen de impact van beweging op de fysieke en mentale gezondheid, maar laat ook zien welke kansen we massaal laten liggen als het gaat om preventieve gezondheidszorg. De vraag is niet langer of fysieke activiteit een verschil maakt, maar waarom we er onvoldoende op inzetten.
Balans en mobiliteit: De onzichtbare gevaarzone
Onderzoek van Kováčiková et al. (2020) toont aan dat ouderen die een verminderde functionele fysieke prestatie hebben, een verhoogd risico hebben op vallen. Met name ouderen boven de 70 jaar scoren slechter op balans- en stabiliteitstesten, zoals de vijf-herhalingen-zitten-en-opstaan-test. Dit betekent dat zelfs mensen die regelmatig bewegen niet automatisch beschermd zijn tegen mobiliteitsproblemen en de bijbehorende risico’s zoals heupfracturen en langdurige revalidatie.
Training maakt het verschil
Gelukkig tonen overweldigend veel studies aan, zoals een studie van Oreská et al. (2020), dat multimodale kracht- en coördinatietraining (binnen twaalf weken al) significante verbeteringen kan opleveren in mobiliteit en spierkracht. Deelnemers die een intensief trainingsprogramma volgden, verbeterden hun maximale loopsnelheid en kracht bij het opstaan uit een stoel. Dit benadrukt dat specifieke interventies noodzakelijk zijn om de fysieke achteruitgang bij ouderen te vertragen of zelfs te keren.
De gevaren van een zittende levensstijl
Een studie uit het VK (Ekelund et al., 2019) liet zien dat 70-plussers gemiddeld 9,4 uur per dag zittend doorbrengen. Onderzoek uit Australië (Harvey et al., 2013) meldde zelfs dat sommige ouderen tot 10-11 uur per dag zitten. Dit inactiviteitsniveau ligt hoger in de herfst dan in de lente, wat aantoont hoe omgevingsfactoren invloed hebben op beweeggedrag. Daarnaast bleek dat oudere volwassenen minder sedentair waren bij temperaturen boven de 10°C. Dit geeft gemeenten en beleidsmakers een duidelijke aanwijzing: infrastructuur en weerbestendige beweegmogelijkheden kunnen een sleutelrol spelen in de strijd tegen bewegingsarmoede.
Sport als anti-verouderingsmiddel
De dagelijkse bewegelijkheid en het reactievermogen nemen af met de leeftijd, maar een studie van Horníková et al. (2018) laat zien dat ouderen die regelmatig bewust bewegen en sporten aanzienlijk betere reactietijden hebben dan leeftijdsgenoten met een zittende levensstijl. Dit geeft aan dat sporten niet alleen het lichaam, maar ook de hersenen scherp houden.
Levenskwaliteit en geluk
Wat misschien nog wel het meest overtuigende bewijs is voor het belang van beweging, komt uit het onderzoek van Nemček et al. (2012). Zij ontdekten dat mensen die regelmatig sporten een significant hogere levenskwaliteit en tevredenheid ervaren dan sedentaire personen. Fysieke activiteit is dus niet alleen een kwestie van gezondheid, maar ook van levensgeluk.
De grote kans die we laten liggen
Ondanks deze overweldigende hoeveelheid bewijs blijft preventie op de achtergrond van het gezondheidsbeleid. We behandelen valincidenten, maar voorkomen ze onvoldoende. We revalideren na heupfracturen, maar stimuleren niet actief spierbehoud bij ouderen. We erkennen de invloed van beweging op mentale gezondheid, maar blijven reactief in plaats van proactief.
De boodschap is glashelder: fysieke activiteit moet een integraal onderdeel zijn van preventieve gezondheidszorg, niet een vrijblijvende aanbeveling. Gemeenten, zorgverzekeraars, bedrijven en beleidsmakers hebben hier een enorme kans om niet alleen de gezondheid van volwassenen ouderen te verbeteren, maar ook de stijgende zorgkosten te drukken.
De wetenschap heeft haar werk gedaan. Nu is het tijd voor actie.
Bronnen: