Bewegen, sport en spiertraining hebben een enorme invloed op de zes dimensies van het Positieve Gezondheid model van Machteld Huber. Hier is een overzicht per dimensie, inclusief een compacte onderbouwing over het thema.
1. Lichaamsfuncties (fysieke gezondheid)
Bewegen en spiertraining verbeteren:
Onderbouwing: Regelmatige lichaamsbeweging vermindert het risico op chronische ziekten zoals diabetes type 2 (-58%), hart- en vaatziekten (-35%) en sommige vormen van kanker (-20-30%). (1, 2, 3)
2. Mentaal welbevinden (psychische gezondheid)
Bewegen heeft een directe invloed op het brein:
Onderbouwing: Onderzoek toont aan dat sporten de hippocampus (geheugenregulatie) vergroot en de kans op dementie tot 30% vermindert (4).
3. Zingeving (gevoel van betekenis en doel)
Regelmatig sporten en bewegen:
Onderbouwing: Mensen die sporten, ervaren meer levensvreugde en veerkracht. Vooral groepssport en buiten bewegen versterken het gevoel van zingeving (5).
4. Kwaliteit van leven (tevredenheid en geluk)
Sport en beweging verhogen:
Onderbouwing: Mensen die regelmatig bewegen, scoren tot 25% hoger op levenskwaliteit-metingen en rapporteren minder stress en vermoeidheid (6).
5. Meedoen (sociale participatie)
Bewegen en sport zorgen voor:
Onderbouwing: Sport is een bewezen methode om sociale ongelijkheid te verminderen en betrokkenheid bij de samenleving te vergroten (5).
6. Dagelijks functioneren (zelfstandigheid en regie)
Bewegen helpt bij:
Onderbouwing: Werkenden die sporten hebben tot 40% minder ziekteverzuim en zijn productiever (7).
Bewegen en Positieve Gezondheid: de relatie en aandachtspunten
Gezien deze brede impact van beweging is het essentieel dat beweging wordt gestimuleerd op alle niveaus. Individuen kunnen baat hebben bij meer dagelijkse beweegmomenten, meer wekelijkse sportmomenten en bewustwording van het effect ervan op hun gezondheid. Professionals in de zorg, sport en welzijn kunnen een belangrijke rol spelen in het integreren van beweging in hun praktijk en in het begeleiden/adviseren van mensen naar een actievere leefstijl. Organisaties kunnen werkplekken en structuren zo inrichten dat beweging wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door actieve pauzes en sportfaciliteiten aan te bieden. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om toegankelijke en laagdrempelige beweegprogramma’s beschikbaar te stellen zodat iedereen mee kan doen, bewustwording te stimuleren, de omgeving beweegvriendelijk en uitnodigend te maken, met speciale aandacht voor kwetsbare doelgroepen. De overheid kan hierin ondersteunen door beleid te ontwikkelen dat beweging op lange termijn integreert in preventieve gezondheidsstrategieën en door infrastructuur en subsidies beschikbaar te stellen die een gezonde leefstijl bevorderen.
Het is duidelijk dat beweging niet alleen een individueel gezondheidsvoordeel biedt, maar ook een maatschappelijke noodzaak is. Door in te zetten op een actieve leefstijl kunnen we niet alleen de gezondheid en het welzijn van individuen verbeteren, maar ook bijdragen aan een socialere, vitalere en economisch sterkere samenleving.
Bronnen;